dinsdag 19 april 2016

Groot, groot verdriet.....

Lieve mensen, dank voor de vele warme steun betuigingen in deze verschrikkelijk moeilijke tijd voor Jan, mij en de roedel. Schrijven is voor mij verwerken…. Iedere dag schreef ik de emoties van mij af. Soms was het moeilijk de woorden te vinden. Soms was ik boos en wilde ik niet meer verwerken…. Soms werd het mij teveel, was het te pijnlijk. Toch heeft het me ook nu weer geholpen om te schrijven. Het is een lang emotioneel verhaal, niemand hoeft het te lezen, ik heb het voor mijzelf geschreven. Maar iedereen mag het lezen. Een ieder die van honden houdt en ooit een hond verloren heeft, zal de emoties herkennen.

Het is begin april en het is alweer bijna een jaar geleden dat Sara werd gedekt door Rigg. Tegenwoordig mag een teefje na een jaar weer een nestje. Aangezien wij volgend jaar eigenlijk niet in de gelegenheid zijn om een nestje te fokken, willen we dus dit jaar graag nog wat pups van Sara. We wachten vol ongeduld op haar loopsheid en hebben een prachtige man voor haar uitgezocht. Haar oogjes zijn weer goed gekeurd en ook bij reu Emrys lijkt alles tiptop in orde. We kunnen ons geluk niet op.

Maar dan slaat het noodlot toe…. Er komt een nare lucht uit de mond van Sara. Vreemd want alle honden krijgen hetzelfde eten, dus waar komt dit dan vandaan? Ik besluit om voor alle zekerheid toch maar even langs te dierenarts te gaan, want ik wil niet voor verassingen komen als ze drachtig is. Het is toch ernstiger dan gedacht want ze moet de volgende dag terugkomen om twee kiezen te laten trekken. Zoals je een kind begeleidt tot aan de operatiekamer en weer naast het bed zit in de uitslaapkamer, zo waak ik over Sara. Ik blijf iedere minuut bij haar en zit als ze nog slaapt naast haar, op de grond in de kennel onder de rode lamp in de dierenarts praktijk. Als ze voorzichtig wakker wordt, kan ik haar direct kalmeren met mijn stem. Mijn hand woelt zachtjes door haar vacht. Ze is gerustgesteld en legt haar kop neer. Na een poosje komt de dierenarts. Ik vraag hem hoe dit kan gebeuren, een jonge gezonde hond, die hetzelfde voer krijgt als de andere honden en die hebben nooit last van hun gebit. Hij geeft twee opties. De eerste valt mee, trauma, te wild gespeeld of een stukje bot tussen het tandvlees, hierdoor komt de kies los en gaat ontsteken. De tweede is verwoestend…. Plaveiselceltumor…. Het woord dreunt als een moker in mijn hoofd….. En wat is daaraan te doen, hoor ik mijzelf vragen. Ik kalmeer wat als de dierenarts uitlegt dat het operatief te verwijderen is en over het algemeen dan ook weg blijft. Hij heeft wat materiaal opgestuurd naar een lab en het grote wachten is aangebroken.

Maar alsof het allemaal nog niet genoeg is, volgt er nog meer ellende. Als we zaterdags gaan wandelen op de hei, gaan de honden spelen met een hazewindachtige hond. Ze rennen enorm hard achter elkaar aan over de zandvlakte. Als ze terugkomen loopt Sara te hinken. Ze wil niet op haar linker achterpoot staan. Ook dat nog…. We besluiten het even aan te kijken, wellicht gewoon iets verrekt en komt het vanzelf goed. Maar het komt niet goed. Ze blijft de poot ontzien, zondag, maandag en dinsdag. Ik bel de dierenarts en vraag om de afspraak de volgende dag iets te verlengen. We moesten immers woensdag terug voor de uitslag van het lab, hij kan dan direct even naar de poot kijken. Inmiddels is wel duidelijk dat de fokplannen geen doorgang zullen vinden en we zijn natuurlijk enorm teleurgesteld, maar het belangrijkste is dat het met Sara goed gaat komen. We houden rekening met een grote financiële klap. Een operatie aan de kruisband en aan de kaak, zal flink wat duiten gaan kosten, maar niks is te gek voor onze lieve meid.

Het is woensdag, een week nadat de kiezen zijn getrokken. Sara en ik zitten in de wachtkamer. Ik heb mijn hand op haar flank, ze bibbert van de stress. Wat heb ik met haar te doen…. Arm meisje. We worden binnengeroepen en ik zie aan het gezicht van de dierenarts dat het slecht nieuws is. Dan volgen de woorden… het is niet goed…. Ik breek, een pijnscheut schiet door mijn hart, tranen boren zich een weg naar buiten, ik snak naar adem….. Ik hoor een stem vragen, “hoe niet goed, wat dan precies…” en realiseer dat de woorden uit mijn eigen mond komen. Het woord fibrosarcoom valt… ik hoor woorden als slechte tot zeer slechte prognose, als het ontdekt is, is het al uitgezaaid…. Agressieve snelgroeiende vorm van kanker. Ik kan het niet bevatten…. Niet begrijpen…. “En de knie dan? “ Hoor ik mijzelf vragen. De dierenarts voelt en trekt wat, hij bevestigt mijn vermoeden van een gescheurde kruisband. Ik vraag iets over hoeveelheid pijn en mogelijkheid tot behandeling. Behandeling zou niet meer eerlijk zijn, slechts pijnbestrijding blijft over. Ik ben kapot, vol ongeloof, vol pijn, vol onbegrip. Zoveel vragen schieten door mijn hoofd. Hoe kan dit, waarom Sara…
Verslagen neem ik Sara mee naar huis. Ik huil en huil, de andere honden zijn er stil van. Ze komen bij mij staan en samen treuren we. Als Jan thuis komt moet ik alles vertellen, maar waar haal ik de kracht vandaan, waar haal ik de woorden vandaan? Het is einde verhaal, een prachtige hond van vier jaar oud, in de bloei van haar leven…. Mijn hoofd barst uit elkaar, iedere vezel in mijn lijf doet intens veel pijn.

Het leven gaat door, alles gaat door…. Ik sta op automatische piloot… ga naar mijn werk… hoor mijzelf praten…leg uit waar de leerlingen op moeten letten bij de zakelijke brief…. rij naar Rotterdam voor een overleg….. Mijn hoofd is er niet bij, mijn hart is er niet bij… het voelt alsof mijn lijf is overgenomen en verder leeft, terwijl een ander deel van mij alleen is met mijn verdriet. Op de terugweg hoor ik het nummer van Frank Boeijen; Zeg me dat het niet zo is…..ik breek….de tranen biggelen over mijn wangen op de A12.
We moeten een beslissing nemen, deze situatie kan en mag niet te lang duren. Dat is niet eerlijk voor haar. Maar hoe kan ik deze beslissing nemen als iedere cel van mijn lijf schreeuwt dat ik haar niet kan missen, dat ik haar niet wil missen….
Met de dierenarts wordt afgesproken dat hij op vrijdag bij ons thuis zal komen. Een week om nog samen te zijn, een week om afscheid te nemen van elkaar. Het wordt een moeilijke week…..

Het is nog vroeg, 8 uur, een waterig zonnetje probeert de kleine wolkjes te verdrijven. Wya, Daentje en Kira zijn druk. Ze rennen door de tuin. Ik zit in mijn joggingpak op een tuinstoel, het is eigenlijk nog best fris. Sara nestelt zich tussen mijn benen en drukt haar warme lijf tegen mijn linkerbeen. Ik buig mij naar haar toe en sla mijn armen om haar heen. Ze hangt in mijn armen en tegen mijn been en heft haar kop iets op. Haar neus raakt mijn wang. Een intens moment en de tranen vloeien weer rijkelijk over mijn wangen. Ik fluister hoeveel ik van haar hou en hoe moeilijk ik dit vind. Ik voel haar rust en wijsheid. Ze weet het, zij troost mij. Wat ben ik dankbaar dat ik haar in mijn leven heb gekregen. Wat ben ik dankbaar voor alles wat zij mij heeft geleerd. Maar wat ben ik boos en verdrietig dat het maar zo kort heeft mogen duren. Mijn emoties schieten alle kanten op. Tot ik iedere gedachte uit mijn hoofd weer en alleen in het moment ben. Mijn hoofd tegen haar warme lijf, mijn handen woelen in haar vacht, ik hoor haar ademhaling en zo blijven we daar zitten, samen, afgesloten van de wereld.

Dit weekend komen lieve mensen langs. Mensen die afscheid willen nemen. Stoere zoon Kevin wordt bedolven onder de wolven als hij langskomt. Als hij weer vertrekt valt het afscheid hem zwaar.
Het geeft troost om de armen van vrienden om mij heen te voelen, zij kennen mijn pijn. Het lijkt alsof Sara het weet. Ze zit rustig en laat Yvonne door haar vacht kroelen, ze geeft Yvonne een teder likje over haar neus en legt een poot op haar arm… Ik zie Yvonne slikken, ze heeft moeite haar tranen te bedwingen.
Bij Esther en Eric is het al niet anders. Esther begraaft haar betraande gezicht in de prachtige zachte vacht van Sara. Sara geniet van de aandacht, maar haar blik is ook wat triest. Ze is altijd gek geweest op Esther en het afscheid lijkt Sara net zo zwaar te vallen als Esther. We praten over de heerlijke tijd, een jaar geleden. Alle vier zijn we enorm dankbaar voor het nestje van Rigg en Sara.  We kunnen bijna niet bevatten dat het nu zo anders is. 

Zondagavond loop ik naar de auto om er iets uit te pakken. Ik loop verzonken in mijn verdriet. Hij zweert dat ik hem aankeek, maar ik kan me er niets van herinneren. Het was een flinke klap. Gelukkig was er geen schade aan zijn scooter en ook de knul zelf had niet veel schade, wat schaafwondjes. Ik realiseer mij wat er is gebeurd. De adrenaline heeft het overgenomen en op dat moment voel ik ook niet veel, behalve dan die éne pijn…. Die pijn die veel intenser is dan een gekneusde enkel, een bult op mijn hoofd en wat blauwe plekken. Toch maar even langs de huisartsenpost, maar zij bevestigen wat ik al weet. Er is niets gebroken. Niets gebroken, denk ik, hij moest mijn hart eens zien. Jan moest mij maar een paar keer wakker maken vannacht. Pff, alsof ik de laatste nachten ook maar één oog dicht heb gedaan. Nee slapen gaat voorlopig niet lukken, vrees ik.

De zon is al vroeg op vandaag, ik ga met Sara op pad. Ik heb er lang over gedacht, is het wel verstandig nu, nu ze mank loopt? Maar ik weet dat ze het zo fijn vindt, nog even naar het bos. Zelf loop ik ook wat ongemakkelijk door het ongeluk, samen een beetje mank. De andere honden laat ik thuis, dit is ons moment. Zodra ik de riem pak, weet ik dat het de juiste beslissing is. Dolblij hinkt ze met mij naar de auto. In het bos is het rustig, ik zie haar genieten. Dit is hoe het moet zijn. Ze leert het mij. Niet nadenken over de toekomst, zelfs niet over het volgende uur, maar gewoon zijn. Hier, nu, in dit bos, luisteren naar de vogels, genieten van de zon. Ik doe mijn best om mijn verdriet te vergeten. Sara mag niet haar laatste dagen alleen het verdriet maar voelen, ik moet sterk zijn voor haar. Ik moet haar nog geven wat ze verdient. De woorden van Frank Boeijen galmen in mijn hoofd. “We doen net alsof het niet zo is, alsof het niet zo is, alsof het niet waar is.” Ik zucht mijn ellende weg en sta even stil, kijk om mij heen en hoor de vogels. Ik beleef het moment intens en Sara kijkt mij goedkeurend aan. We lopen rustig, genietend van iedere stap. Het lijkt alsof Sara alles nog wil doen, alles nog even wil voelen. De modderplas die we passeren, ze stapt er dapper in. De sloot, waar ze zo heerlijk doorheen rende samen met Luna en later met Kira en Chase,
voorzichtig vindt ze haar weg naar het water. Rennen doet ze niet, maar ze kijkt me triomfantelijk aan als ze met vier pootjes in het water staat. Gewoon maar even en dan komt ze er weer uit. Bij de grote stronk lijkt het alsof ze poseert voor een foto. Haar ogen spreken, weet je nog dat ik hier gewoon bovenop sprong? Ja, schat ik weet het nog, ik weet het allemaal nog. Onderweg nemen we de tijd om stil te staan, even op adem te komen en rond te kijken. Als ons pad weer richting auto gaat, houdt ze haar pas in. Ze wil nog niet naar huis, ik ook niet. Maar ik weet dat we moeten gaan, anders wordt het teveel voor haar. Morgen neem ik je weer mee, lieverd, dan gaan we weer even samen op pad, ik beloof het.

Lieve Lies komt langs, ze heeft haar camera bij zich. Ik had het haar gevraagd. Nog wat mooie foto’s van mij en Sara. Sara is een geboren fotomodel en al snel heeft Lies wat schitterende plaatjes geschoten. Met haar gekke geluidjes en malle opmerkingen krijgt ze zelfs een lach op mijn gezicht getoverd. Daarna nog even met Wya en Daentje erbij. Het wordt een dolkomisch avontuur. De puppen (zoals we Wya en Daen nog altijd noemen) rennen als dolle stieren door de tuin. Als ik in het gras ga liggen denderen ze dwars over mij heen. Ach mijn arme rug, arm en enkel…. Die deden al zo’n pijn. Maar het was zo komisch dat ik door de pijn heen lach. Het voelt goed om even te lachen. Of die foto’s zijn gelukt is maar de vraag. Er zal vast wel iets tussen zitten.


Hoop! Hoop is een mooi woord. Even heb ik weer hoop. Zal het? Via, via heb ik het telefoonnummer van een kliniek die gespecialiseerd is in kanker bij honden. Ik mag de uitslag van het lab doormailen. Grijp ik mij vast aan strohalmen? Alles heb ik over voor haar, maar het moet wel voor haar zijn. Uitstel en rekken, dat is niet voor haar, dat zou voor mij zijn. Wachten op een telefoontje van de arts… hoop, hoop, hoop……

De foto’s zijn klaar, ik kan er uren naar kijken. Zo prachtig, zo mooi. Zelfs ik sta er mooi op. Lieve Lies, je hebt geen idee hoe waardevol dit geschenk is, hoe dankbaar ik je ben voor deze herinnering. Duizendmaal dank is nog niet genoeg. Zo mooi…….

De telefoon gaat…. Privé nummer…. Inderdaad het is de dierenarts van de second opinion. Ik sta te trillen op mijn benen. Hij biedt ons hoop, ik voel mijn lijf strak staan van de spanning…. Vlinders in mijn buik…Mijn hart klopt in mijn keel. Zou dit het wonder zijn waar ik zo op hoopte? We mogen morgen langskomen, deze dag zal lang duren, maar het is een dag vol hoop!




Wordt vervolgd....